urbanus

Urbanus zette zijn eerste stappen op het podium in 1973 als lid van de groep Anus. Daardoor heeft hij jaren rondgelopen als Urbanus van Anus. Binnen deze groep is Urbain gestart met grapjes te vertellen voor een publiek, voor hij het wist had hij de toeschouwers mee en solo gaan kon dus niet lang meer uitblijven.

Dan schrijven we 1974 en als komiek moest je toen deelnemen aan het Humorfestival van Heist, geloof het of niet, maar dat jaar was er geen winnaar. Urbanus was de minst slechte en kreeg hiervoor 10.000 frank (ongeveer 250 Euro), best wel een aardig bedag in die tijd.

Door het 'succes' op het festival konden radio-optredens niet uitblijven en al snel zat hij bij Jos Ghysen van Omroep Limburg een paar sketches te doen. Ghysen (waaraan Urbanus vooraf de grapjes had verteld) kon er niet mee lachten, maar tijdens de uitzending was het publiek vanaf de eerste stappen op het podium mee en hierdoor heeft Ghysen wekenlang Urbanus gedraaid.

Na dit succes vroeg de BRT hem om een komische act in het programma 'Zorg Dat Je d'Er Bij Komt' te verzorgen (Omroep Brabant) (1975), waarop Urbanus antwoordde: Nu gaan de blinden me zelfs herkennen. Daarna voltooide hij zijn tweede elpee.

Ondertussen had Urbanus stormenderhand Vlaanderen veroverd en midden jaren '70 waagde hij zijn kans in Nederland. Zouden de Nederlandse buren eveneens zijn talent appreciëren? Inderdaad, Urbanus veroverde Nederland en bracht in korte tijd drie nieuwe platen uit: 'Drie Sprookjes' in 1977, 'Volle Maan' in 1978 en 'Is Er Toevallig Een Urbanus In De zaal?' in 1979. De drie elpees waren goed voor goud of zelfs platina.

De achternaam Van Anus hield hij voor bekeken en hij doopte zichzelf Urbanus. Ook had hij een enorm succes met zijn controversieel kerstlied 'Een Bakske Vol Met Stro'. Er gingen meer dan 150.000 exemplaren van deze single over de toonbank.

In 1980 vroeg de BRT aan Urbanus om een reeks komische filmpjes te maken om na het televisiejournaal uit te zenden. Vlaanderen ging uit de bol. Op het Festival van Montreux kreeg één van de filmpjes een eervolle vermelding.

Hij kende opnieuw succes met het liedje 'Quand Les Zosiaux Chantent Dans Les Bois' en in 1982 leverde de dubbelelpee 'Urbanus 10 Jaar Live' platina op. In 1983 maakte hij de TV-show 'Beter 10 Crises In De Lucht Dan 1 In Ons Land.'

In 1983 verschenen nieuwe mogelijkheden aan de horizon. Willy Linthout kwam op het idee om een komische strip te ontwerpen met Urbanus in de hoofdrol. Samen schreven ze de scenario's en Linthout nam het tekenwerk voor zijn rekening. Dit resulteerde in de productie van vier tot vijf albums per jaar bij de Antwerpse uitgeverij Loempia.

In 1987 stopte Urbanus met live-optredens en concentreerde hij zich op het schrijven van een scenario voor een langspeelfilm samen met de debuterende regisseur Stijn Coninx. Hun samenwerking resulteerde in de film 'Hector', die toen het grootste kassucces uit de Belgische filmgeschiedenis werd. In maart 1988 werd Hector geselecteerd voor het Internationale Festival van de Komische Film in Chamrousse (FR) en kaapte er de eerste prijs weg. Urbanus kreeg de prijs voor de beste acteur van Radio France en Dauphiné Libéré.

'Koko Flanel', de tweede film van het duo Urbanus-Stijn Coninx, kwam in 1990 in de zaal. Deze film oversteeg zelfs het succes van Hector.

Bij VTM scoorde hij in 1990 een jaar lang heel hoog met het spelprogramma 'Wie Ben Ik?'. Het meer experimentele 'Meer Moet Dat Niet Zijn' dat hij een jaar later maakte, was niet zo'n groot succes.

In 1993 gooide Urbanus zich opnieuw in het avontuur door de hoofdrol te vertolken in de film 'De Zevende Hemel' van de Fransman Jean-Paul Lilienfeld. Ook hier liet het publiek merken dat ze geen boodschap heeft aan een "andere Urbanus".

In januari '95 herpakte Urbanus zich met een 12-delige TV-reeks 'Genoeg Gelachen, Nu Humor', in Vlaanderen goed voor een constante aanwezigheid in de top 5 van de kijkcijfers. Met het nummer 'Poesje Stoei' had hij, na tien jaar geen plaat meer gemaakt te hebben, meteen weer een nummer 1-hit te pakken.

Vanaf september '95 trekt hij opnieuw de theaters in (met een show die voorkomt uit het tv-programma) om zowel de fans van het eerste uur, als een hele generatie te besmetten met het Urbanus-virus. Omdat de basis van die show ('Hiep Hiep Rahoe') door Vlaanderen al gesmaakt werd, begon Urbain zijn tour in Nederland. Om nadien Vlaanderen aan te doen. Tegelijkertijd start hij bij de commerciële Vlaamse zender VTM het komisch TV-spelletje 'R.I.R.' (Reglement Is Reglement).

In 1996 verlaten Urbanus en Willy Linthout uitgeverij Loempia en de populaire Urbanus-strips maken hun blijde intrede bij Standaard Uitgeverij met het verschijnen van het 59ste Urbanus-avontuur 'Het Zwarte Winkeltje'. Van dit album verschenen bovendien 500 luxe-exemplaren waarbij de lezer gratis 'de eerste interpassieve CD-ROM ' kreeg.

In '97/'98 is Urbanus, met zijn ondertussen van nieuwe grappen voorziene show, in Vlaanderen te zien. Daarnaast start hij met Jan Bosschaert de stripreeks 'De Geverniste Vernepelingskes' (ook wel de reeks 'Bekende-Vlamingen-In-Hun-Blote-Kont'-zetten). Wat vanaf de start een enorm succes bleek. Rond de eeuwwisseling brengt hij de show 'Ik Ben Een Plastiek Zakske' in de zalen.

In 2005 tovert Urbain nog twee nieuwe stripreeksen uit zijn hoed: 'Mieleke Melleke Mol' (Grappige en vertederende reeks voor kinderen van min twee tot plus zeven.) en 'Plankgas en Plastronneke' (een erg grappige, knap getekende gag-strip voor jong en oud!). Om deze figuurtjes vorm te geven kan hij een beroep doen op Dirk Stallaert, die zijn strepen al had gekregen na in de studio te hebben gewerkt met Marc Sleen (Nero) en Merho (Kiekeboe).

Hetzelfde jaar is Urbanus op de VRT te zien in de tv-reeks 'Urbain'. In 7 afleveringen vertelt deze reeks de lotgevallen van een Vlaams gezin met als spilfiguur huisvader Urbain (Urbanus).

Een jaar later toont de nieuwe generatie komieken dat ze compleet 'In De Ban Van Urbanus'-zijn, net zoals nog steeds de rest van Vlaanderen en Nederland.

Hetzelfde jaar is de liefde voor de film wel heel groot. Omstreeks het jaareinde van 2005, begin 2006 is Urbanus te horen in de documentaire 'March Of The Penguins', die een Oscar op zak heeft als beste documentaire. Kort daarna zien we hem als tovenaar opduiken in de nieuwe K3-film 'K3 & Het IJsprinsesje' en voor een tweede keer leent hij zijn stem om een hoofdrol in te spreken in de Disney/Pixar film 'Cars', waarin hij voor de Vlaamse-versie de rol van Takel voor zich neemt.